Therapeutisch beslag
Hoefbevangenheid
Het schrikbeeld van iedere eigenaar en trainer. De vorige dag was er niets aan de hand, nu blijkt het paard stokkreupel en wil zich niet bewegen. De dierenarts wordt gebeld, deze voelt aan de kogel en voeten, neemt het klinische beeld in zich op en maakt Röntgenfoto’s of laat ze maken.
We zien we dan bijna altijd dit beeld in ernstigere en soms iets minder ernstige gradaties.
De dierenarts vertelt dat het paard bevangen is en dat dit aan de Röntgenfoto is te zien. Er wordt gewezen op de afstand van de voorkant van het hoefbeen en de hoornwand. Er wordt uitgelegd hoe dit kan ontstaan en vooral wordt er gezegd dat het een probleem is.
De behandeling van hoefbevangen paarden bestaat eigenlijk uit twee sporen. Het eerste spoor betreft onderzoek naar de oorzaak van de hoefbevangenheid. Het achterhalen van de oorzaak is natuurlijk belangrijk om niet te hoeven “dweilen met de kraan open”. Over oorzaken van hoefbevangenheid zijn bibliotheken vol geschreven en is vooral een veterinaire kwestie. De laatste jaren is duidelijk geworden dat zeer veel gevallen van hoefbevangenheid terug te voeren zijn op hormonale oorzaken. EMS (Equine Metabolic Syndrome) en PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction) het vroegere Cushing’s zullen onmiddellijk worden genoemd. Het goede nieuws is dat zeer veel oorzaken van hoefbevangenheid met veterinaire begeleiding goed onder de duim te houden zijn. En dat hoeft vaak niet eens duur of ingewikkeld te zijn. In veel gevallen volstaat het aanpassen van het voer regime. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
Het tweede spoor betreft het aanpakken van de door de hoefbevangenheid veroorzaakte schade. In dat deel van de behandeling van hoefbevangen paarden heb ik me de afgelopen 20 jaar gespecialiseerd. In de USA waar ik Quarter Horses besloeg, ben ik in aanraking gekomen met dierenartsen die zich met hun klinieken gespecialiseerd hebben in de behandeling van hoefbevangenheid (laminitis) bij paarden. Als hoefsmid raakte ik gefascineerd door in de (bio)mechanica achter deze aandoening.
De gevolgen van hoefbevangenheid zijn namelijk tot op zeer grote hoogte mechanisch van aard. De oorzaak van de hoefbevangenheid is vaak tijdelijk, de gevolgen van die aanval echter zijn blijvend, tenzij er iets aan wordt gedaan.
Door de aanval van hoefbevangenheid ontstaat er schade aan de zogenaamde lamellen. Die lamellen, naar de zoolvlakte van de hoef kijkend te herkennen als een gele/crème kleurige lijn (die om onverklaarbare redenen vrijwel overal te wereld “witte” lijn wordt genoemd) houden het hoefbeen vast dat zich binnen in de hoef bevindt.
Al het gewicht van het paard dat wordt losgelaten op een been wordt volledig opgevangen door het hoefbeen. Als we weten dat het hoefbeen op zijn beurt weer in de hoef opgehangen is aan die lamellen, kunnen we eenvoudig bedenken dat een ontsteking aan die lamellen -laminitis- oftewel hoefbevangenheid, zondermeer ernstig is.
Het hoefbeen in de hoornschoen is middels lamellen verbonden aan diezelfde hoornschoen. Aan de achter/onderzijde van het hoefbeen hecht de diepe buigpees, een enorm sterke pees die verantwoordelijk is voor de afwikkeling van de voet tijdens de beweging. De diepe buigpees heeft tevens een ondersteunende functie, die pas echt helder wordt bij hoefbevangenheid. In de normale situatie vormen de diepe buigpees samen met de lamellen voor het ophangmechanisme van het hoefbeen in de hoef.
Het gevolg van deze rotatie is dat de bloedvaten die om het hoefbeen heen lopen, door de positie verandering in de zeer nauwe ruimte waar die zich in bevinden, afgekneld raken tussen het geroteerde hoefbeen en de harde zool en hoornwand. Dat afknellen heeft uiteraard tot gevolg dat de doorbloeding stopt of in ieder geval ernstig belemmerd wordt. Die afgeknelde doorbloeding heeft dan ook tot gevolg dat herstel van de schade nauwelijks denkbaar is. Er moet dus iets aan die rotatie gedaan worden.
De gevolgen van een belemmerde doorbloeding ten gevolge van de rotatie van het hoefbeen ziet u op het onder geplaatste venogram. Heel goed zichtbaar is bijvoorbeeld dat de compressie van het hoefbeen op de zool het om de onderrand van het hoefbeen heen lopende bloedvat omhoog heeft gedrukt, als goed gekeken wordt valt ook waar te nemen dat dit bloedvat daarbij beschadigd is geraakt omdat het contrastmiddel buiten het bloedvat zichtbaar is.
Derotatie, beter gezegd het herstellen van de rechte voet as, is een techniek die beoogd de rotatie zoveel mogelijk ongedaan te maken. Door de voet te bekappen langs de hier in groen aangegeven lijn, draait de voet als het ware achterover. Omdat die draai tegengesteld is aan de rotatie van het hoefbeen wordt hiermee ook de positie van het hoefbeen genormaliseerd. Schematisch weer gegeven ziet dat er zo uit:
Na deze derotatie dient de voet middels een speciaal beslag ondersteund te worden, met als doel het stabiliseren van het hoefbeen alsmede het reduceren van de trekkracht van de diepe buigpees, die tenslotte door zijn vasthoudendheid feitelijk de veroorzaker van de rotatie is geworden.
Er zijn vele mogelijkheden om de mechanische gevolgen van de hoefbevangenheid te bestrijden. Variërend van houten of polyethyleen blokken, diverse beslagvormen en het intapen van hoeven. En ik gebruik al die mogelijkheden wel eens een keer. In de acute fase is het tapen van styrofoam blokken een belangrijke eerste hulp.
De meest succesvolle methode voor het beslag van post acute en chronisch hoefbevangen paarden is toch absoluut het “banaan ijzer”. Alleen het banaan ijzer maakt het mogelijk de zo noodzakelijke ondersteuning van de voet te combineren met een sterk vereenvoudigde afwikkeling die de voor die afwikkeling benodigde spierkracht uitgeoefend via de diepe buigpees, tot een minimum beperkt.
NA DEZE THEORIE, DE PRAKTIJK:
De behandeling van hoefbevangenheid is een zware. In financieel opzicht, maar vooral ook in fysiek en geestelijk opzicht, voor zowel paard als eigenaar. Het is bovendien een strijd die gevoerd moet worden op meerdere fronten.
Een succesvolle aanpak van hoefbevangenheid is dan ook steeds een “team-effort” waarbij de inzet van eigenaar en hoefsmid onder auspiciën van de behandelend dierenarts onmisbaar zijn. De mechanische gevolgen van de hoefbevangenheid neem ik graag voor mijn rekening. Echter de oorzaak vergt in de meeste gevallen veterinaire attentie.
De nabehandeling is een taak voor de eigenaar. Denk daarbij aan voor de hand liggende zaken als het in overleg met de dierenarts uitwerken en doorvoeren van een juist voedingsschema voor het paard in kwestie, tot en met het verversen van verband en controleren van drains in ernstige gevallen. Een onderschat deel van de behandeling van hoefbevangenheid, zeker de ernstige gevallen waar ontschoening of zoolbreuk dreigt, is bovendien de emotionele belasting van de eigenaar. Het is zeker geen sinecure een paard te moeten begeleiden dat pijn heeft en dat soms over een langere periode.
In al die jaren heb ik vele honderden hoefbevangen paarden beslagen in binnen- en vooral buitenland. Ik heb dan ook voldoende ervaring om te kunnen zeggen dat verreweg het merendeel van de behandelde paarden het redt, echter niet alle paarden redden het. Garanties kan helaas niemand geven.
Complicaties kunnen een oorspronkelijke voorzichtig positieve prognose snel achterhalen. Bovendien zal men zich moeten realiseren dat een succesvolle behandeling kan betekenen dat een veelbelovend sportpaard weer op het oude niveau terug keert, echter het kan ook betekenen dat het paard voortaan als dekhengst of fokmerrie verder moet.
Wel is zonneklaar dat zonder een adequate aanpak van de mechanische schade ten gevolge van hoefbevangenheid, ieder daadwerkelijk herstel uitgesloten is.
Natuurlijk laat u niet zomaar iemand met uw kostbare paard werken. U wilt een gespecialiseerde hoefsmid, met ervaring én referenties die dit ondersteunen, waarvan enkele in alfabetische volgorde: